

Het gaat niet over liefde voor exotische of buitengewone natuur in deze tentoonstelling, maar juist over liefde voor alledaagse, lokale natuur. Met werk van de bekende kunstenaar Floris Verster (1861-1927) en nieuw werk van Annelies Dijkman, Esther Hoogendijk en Seet van Hout.
Verster schilderde bloemen en planten uit zijn eigen tuin, wat destijds heel ongebruikelijk was. Hij bracht groots de schoonheid van verwelking en vergankelijkheid in beeld en speelde met perspectief, spiegels en gekleurd glas. Met deze monumentale bloemstillevens waar het experiment vanaf spat kreeg hij veel succes. Ook Dijkman, Hoogendijk en Van Hout vinden hun inspiratie in de lokale natuur en ook bij hen staat experimenteren aan de basis van hun werk.
In de tentoonstelling staan twee grote kassen opgesteld: één met objecten uit het atelier van Floris Verster en één gewijd aan de Flora Batava. Om de ecologische voetafdruk van de tentoonstelling zo klein mogelijk te houden zijn elementen uit een eerdere tentoonstelling hergebruikt en is zo zuinig mogelijk met materialen omgesprongen, bijvoorbeeld door kassen te huren en voor standaard maten voor panelen te kiezen.


